ex horto conclvso

Andries Lambrecht

Ons verhaal vangt aan in het open en licht glooiend landschap van Pittem, aan het einde van de 16de eeuw. De naam Pittem komt vermoedelijk van put (laaggelegen gebied) en hem (woonplaats), en duidt op een nederzetting in een laaggelegen gebied. Rond deze tijd bestaat Pittem uit een bescheiden dorpskern met ongeveer twintig huizen, omringd door landelijk gebied. In 1572 heeft Pittem naar schatting ongeveer 1400 inwoners.

In de late 16de eeuw, ten tijde van de Nederlandse Opstand tegen Spaanse heerschappij, ondergaat Pittem dramatische veranderingen. Rond 1580 wordt het dorp, inclusief de kerk, verwoest door Gentse opstandelingen. Deze gewelddadige periode leidt tot aanzienlijke ontvolking in de regio. Het oorlogsgeweld en de politieke onrust van deze tijd hadden een diepgaande impact op de lokale gemeenschap.

In deze roerige historische periode wordt Andries Lambrecht geboren. Een exacte geboortedatum is niet bekend, aangezien de doopregisters van Pittem slechts teruggaan tot het jaar 1608. Uit documenten blijkt dat Andries ten minste één broer en één zus had: Simoen Lambrecht (die in 1623 in Pittem trouwde met Maria De Keysere), en Livijne Lambrecht (getrouwd in Pittem met Simoen De Lantmetere).

Andries trouwde op 2 juni 1626 in de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Pittem met Catharijne Van Rumbeke, dochter van Jan. Gebaseerd op de gemiddelde huwbare leeftijd van die tijd kunnen we vermoeden dat Andries rond het jaar 1600 geboren werd. Bij zijn huwelijk waren Pieter Lambrecht (waarschijnlijk zijn broer, maar mogelijk zijn vader met dezelfde naam) en zijn schoonbroer Simoen De Lantmetere aanwezig als getuigen.

De familie Van Rumbeke was prominent aanwezig in Pittem. Dit contrasteert met de familie Lambrecht, waarvan in de parochieregisters slechts het gezin van stamvader Pieter wordt aangetroffen: Simoen (die naar Huysse trok), Livina (die naar Aarsele verhuisde) en Andries. Het is mogelijk dat de familie Lambrecht nieuwkomers waren in het dorp.

Uit het huwelijk van Andries Lambrecht en Catharijne Van Rumbeke komen vijf kinderen voort:

  1. Pieter, gedoopt 2 juni 1627, gehuwd met Anna Bulssens
  2. Clara, gedoopt 27 juni 1631, gestorven pestepidemie 1645
  3. Catharijne, gedoopt 29 maart 1641
  4. Jaecques, geboren 16xx
  5. Floreijn, geboren 5 mei 1644, gedoopt 8 mei 1644, gehuwd met Catharyne De Bruijne

 

Dertigjarige oorlog

Op 30 mei 1638 geeft de Raad Van Vlaanderen, op bevel van landvoogd Ferdinand van Oostenrijk, de opdracht aan elke stad en elk dorp om lijsten aan te leggen met weerbare mannen tussen 20 en 50 jaar oud. Dit gebeurde in reactie op de dreiging van de Fransen aan de westelijke grens van de Spaanse Nederlanden. Het doel was het aanleggen van een lijst met mannen die onder de wapens konden worden geroepen: indien nodig konden zij hun dorp verdedigen tegen de Fransen, en de Spaanse troepen bijstaan.

Denkbeeldig is die situatie niet: in de periode van 1620 tot 1645 wordt de omgeving van Tielt en Meulebeke niet minder dan 8 keer bezocht door vreemde soldaten: in 1625 Ieren, vervolgens Spaanse troepen in 1626, Spaanse ruiters in 1629, Engelse soldaten in 1632, opnieuw Spaanse ruiters in 1633, Ieren in 1635 en Spanjaarden in 1638 en 1639.\footnote{https://www.tillo.be/bijlagen/spaanse%20periode.pdf}

Op 3 juni 1638 wordt Andries Lambrecht, die ook als buitenpoorter van Kortrijk is geregistreerd, door de Pittemse baljuw Joos Verbiest~\footnote{Joos Verbiest was de vader van de één jaar later geboren pater Ferdinand Verbiest, die in 1659 op missie wordt gezonden naar Peking en vanaf 1666 het hoofd van de jezuïetenmissie in China zal worden. F. Verbiest was ook sterrenkundige, was de stichter van het observatorium van Peking en was raadgever van de Chinese keizer.} \emph{geïnrolleert} op de monsterlijst van weerbare mannen in Pittem. Als kapitein geldt koster Lowys Van de Sande. Andries beschikt volgens deze lijst over een \emph{roer}~\footnote{Zie ook inboedel, later in dit hoofdstuk beschreven}, i.e. een vuurwapen met lange loop, en een lichtere variant van het musket, dat zonder steunvork kon worden gehanteerd. Pittem telt op dat moment X AANTAL weerbare mannen, en buiten Andries worden geen andere mannen met de familienaam Lambrecht opgesomd. In principe waren enkel invaliden, kloosterlingen en geestelijken vrijgesteld. Hieruit kunnen we voorzichtig besluiten dat er op 1638 geen andere mannelijke familieleden tussen de 20 en 50 jaar oud op het grondgebied van Pittem verbleven


Sub rubrica